Het beleid betreffende woonvorm en vergoeding van hun energieleverancier als de consument zelf energie opwekt moet veranderen. Het is nu nog zo dat er een verschil is in de vergoeding die verkregen wordt tussen kleine vereniging van eigenaren (vve) en grotere vve’s en particuliere. De commissie Innovatie van de Tweede Kamer heeft hier onlangs een brief over gekregen van de 4 grote steden Amsterdam, Rotterdam Den Haag en Utrecht.
Huiseigenaren die energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen de opbrengst van de zonnepanelen aftrekken van de energie verbruik. De opgewekte energie heeft dezelfde prijs als wat er per kilowattuur aan de stroomleverancier betaald wordt. Een huis met één dak maar verschillende eigenaren met zonnepanelen krijgt niet hetzelfde bedrag voor de opwekte stroom. Pas als een vve uit meer dan 20 woningen bestaat veranderd de prijs weer.
In de grote steden bevatten de meeste vve’s echter een veel kleiner hoeveelheid aan woningen. ‘Zo is de gemiddelde omvang van een vve in Rotterdam 4 woningen en in Den Haag 5 woningen’, zo meldt D66-wethouder Alexandra van Huffelen in de brief van de 4 grote steden. ‘Wij hecjten er aan dat ook huishoudens in onze steden beschikken over concrete mogelijkheden voor decentrale duurzame energieopwekking.’
Niet alleen de 4 grote steden hebben hier last van, ook zouden er ruim honderd bestuurders van gemeenten tegen hetzelfde probleem aanlopen. Kleinere vve’s zouden ook moeten kunnen baten van het financiële voordeel. De vergoedingen die de kleine vve’s krijgen ligt een stuk lager.