Het eigendom van de Brits-Nederlandse urnaiumverrijker Urenco heeft gezorgd voor een patstelling tussen Groot-Brittanië en Nederland. De Britse overheid wil haar aandelen verzilveren, maar Nederland die de plannen van de Britse staat kan tegenhouden, ziet hen liever aanblijven.
Al jaren probeert de Britse overheid haar aandeel te verkopen om met de broodnodige opbrengsten te investeren in duurzame energie projecten. Londen richtte onlangs een ‘groene’ bank op dat als doelstelling heeft meer geld te investeren in windenergie. Urenco zelf wil graag dat de Britse staat aanblijft als aandeelhouder.
Urenco levert uranium wat onmisbaar is voor het opwekken van kernenergie. Met een omzet van 20 miljard en een marktaandeel van 30 procent wereldwijd is Urenco een belangrijke speler in de markt. Het bedrijf is in handen van de Britse en Nederlandse staat en in handen van de twee Duitse energiebedrijven E.ON en RWE. Het bedrijf is voor gelijke delen in handen van deze vier partijen.
Sinds de ramp in Fukushima is de waarde van het bedrijf gedaald, omdat de afzetmarkt onder druk staat. Grote landen als Duitsland die besloten hebben om in 2022 alle kernenergiecentrales te sluiten drukken de verwachte omzet. De Japanse en Duitse centrales zijn namelijk goed voor 10 procent van het orderboek van Urenco. De waarde van Urenco werd door de ‘The Adam Smith Institute’, een onafhankelijke Britse denktank, bijgesteld naar beneden van 3 miljard naar 2,5 miljard pond.